Hospice ~ over Vasalis 

November is voor de doden. De ochtendmist trekt langzaam op als we de stad uitrijden naar een  hospice in de polder. Je kunt daar sterven met uitzicht op nieuwbouwwijken. Een man verwelkomt ons met zijn elleboog. ‘Voor de herdenking?’ Er is koffie, een roomsoesje. In de huiskamer klinken de stemmen van zo’n twintig mensen. Daar zijn alle voorzorgsmaatregelen verdwenen. Mondkapjes hangen aan polsen, geen anderhalve meter. Tussen de mensen herken ik een gezicht van vroeger, een gepensioneerd diëtist. In de afgelopen maanden zijn hier zeventien mensen gestorven. Ook de vriendin van mijn vriendin. Een hospice draait veelal op vrijwilligers en goede wil. Daardoor was ik getuige van de lastige balans tussen afstand en nabijheid. Een vrouw met een door zonnebank en drank getekend gezicht, heet iedereen welkom. Al improviserend vecht ze vanaf het begin tegen haar tranen. Bij het noemen van de overledenen klinken toevoegingen als ‘dat was ook een lieverd’ en ‘och, we zullen haar nooit vergeten’.

Lees verder op Literair Nederland.

Dit bericht werd geplaatst in Literair Nederland en getagged met . Maak dit favoriet permalink.