Negentienhonderdvijfenvijftig ~ bij de verjaardag van Doeke Sijens

Lang geleden zag ik bij een concert van Marc Almond in een gedeeltelijk gevulde muziekzaal in Leeuwarden Doeke Sijens in het publiek staan. Hij bewoog net als iedereen ritmisch zijn schouders op en neer op de beat van Tainted love en Tears run rings. Het publiek was welwillend. Zelfs toen Almond hoorbaar vals had ingezet en daarvoor excuses maakte, kreeg hij van iedereen een hartelijk applaus – ook van Doeke.

Achteraf dacht ik: waarom heb ik hem nou niet even aangesproken? Wel hem de hele avond als een voyeur in de gaten houden (en dat kon gemakkelijk want het was in die muziekzaal zogezegd niet druk zodat ik goed kon zien welke nummers hem bevielen, welke minder) en vervolgens te beroerd om op hem af te stappen, een hand te geven, iets aardigs te zeggen. Ogenschijnlijk ben ik een evenwichtig mens, maar mijn geest laveert elke dag tussen hartelijke spontaniteit en een schuw en teruggetrokken bestaan. Die avond in Leeuwarden sloeg de balans overduidelijk door naar het laatste.

We kenden elkaar in die tijd ook nog niet zo goed. Een korte ontmoeting in Groningen, tijdens de presentatie van Hij zag een kameraad in mij, waarbij hij Tavenier, de gaysoap die hij schreef met Coen Peppelenbos signeerde. En bij een Couperusmiddag in Den Haag, waar ik ruzie kreeg met iemand van het feestcomité die per se wilde dat ik bij het voordragen een foeilelijke lila Couperusstropdas droeg. De dichter als lakei. Hij sprak her en der mensen aan over mijn schandelijk gedrag, achtervolgde me, zwaaiend met die stropdas, tot we op de Mauritskade voor het geboortehuis van Couperus stonden. De burgemeester onthulde mijn gedicht aan de gevel. Vervolgens las ik het gedicht voor met in mijn blikveld die vent, ostentatief afkeurend nee schuddend. Ik las zonder enige beleving, omdat alles in mij naar huis verlangde of naar geweld. Ook geen stemming om fijne contacten te leggen. Doeke groette ik op de terugweg op station Den Haag Centraal, maar we spraken elkaar niet.

Dat ik sinds 2020 door kleine Uil wordt uitgegeven, heb ik uiteindelijk mede aan hem te danken, zo begreep ik later. Lees verder op Tzum.

Dit bericht werd geplaatst in Tzum en getagd met , , , , , , . Maak de permalink favoriet.