In de zaterdagbijlage van Het Parool van vandaag heeft journalist Marloes de Moor een groot artikel over pesten onder ouderen in verpleeghuizen: ‘Niet aan onze tafel, oude taart!’. Ik had De Moor uitgenodigd om een gespreksgroep van mij bij te wonen. Dit bezoek wordt uitgebreid in haar artikel beschreven. Ik verwacht dat het complete artikel eerdaags ook op haar website verschijnt.
Enkele citaten uit haar stuk:
Eric de Rooij, geestelijk verzorger, organiseert elke week een gespreksgroep voor bewoners van de somatische afdeling van Verpleeghuis Groenelaan in Amstelveen. Hij vindt pesten een belangrijk thema en behandelt het in zijn gespreksgroep. Alle deelnemers hebben van tevoren een stencil gekregen waarin het onderwerp met kapitale letters is gedrukt. (…)
De Rooij benoemt andere vormen van pesten. De reactie is terughoudend, totdat mevrouw Kwantus ineens onverschrokken in actie komt: “In het andere gedeelte van de gang hebben ze gevochten. Met de rollators tegen elkaar. Blauwe plekken, scheen kapot door de rollator. Waar zijn die in godsnaam mee bezig? dacht ik.” Meneer van der Heijden die het gesprek tot nu toe in betrekkelijke zwijgzaamheid bijwoont, beaamt het: “Schreeuwen en knokken was het. Maar meer ruzie dan pesten.” De Rooij haakt beheerst in op die onthulling: “En wat heeft u gedaan toen u die ruzie hoorde? Weet u hoe dat is opgelost?” Kwantus haalt wat onverschillig haar schouders op: “Dat weet ik niet, hoor. Het was op een andere afdeling.” Beduusd hoort mevrouw Huijzer het aan: “Gelukkig was het niet hier. Wij hebben het fijn.” (…)
“Vooral voor nieuwkomers kan het soms moeilijk zijn om een plekje te veroveren in een bestaande groep,” vertelt De Rooij. Mevrouw Du Prie (90) begrijpt wat hij bedoelt. “Soms durven ze niet goed naar een activiteit. Ik nam een mevrouw mee naar een spelletjesmiddag. Zij zat de hele dag alleen. Die spelletjesmiddag vond ze maar griezelig. Ze was bang dat ze het niet goed zou kunnen, dat de anderen haar zouden uitlachen. Ze overwon haar angst en vindt het nu heel leuk. Zo kun je elkaar steunen.” (…)
Het artikel heeft een mooi slotakkoord. In de gespreksgroep noemde De Moor allerlei voorbeelden van pestgedrag, variërend van klemrijden met een rolstoel, botsen met rollators tot uitlachen.
Meneer de Bruin glimlacht wijs en een beetje meewarig om die geopperde voorbeelden. “Weet u wat het is? We zijn te kwetsbaar om te pesten. We hebben te veel verdriet om iemand uit te lachen. Wij hebben zo veel problemen dat er helemaal geen tijd is om te pesten.”