In het septembernummer van Tijdschrift Geestelijke Verzorging (TGV, nummer 87) is van mij een nieuw gedicht gepubliceerd. De pagina is zeer fraai vormgegeven.
WIE BLIJFT
Vanmiddag aan uw bed keerde
de enige jongeman terug van wie u hebt gehouden,
zeventig jaar geleden, een droge augustusmaand in
Duinkerken. Vlasvelden en blauwe duinen.
Na de oorlog schreef hij u uit Langue d’Oc
wenkende woorden in paarse inkt, een brief van zomers
lavendel, vergezeld van een kiekje – kalend voorhoofd,
potloodsnor. Kunnen we het leven niet samen?
Alleen uw vader, taai van jaren sparen,
werken en handen vouwen, sprak
achteloos met zijn stem van oude aarde: ‘Ge weet wat
moeder zich aandoet als ge gaat?’
U schreef terug: Voor mij bent u nog steeds te jong.
Geen brief volgde meer. Maar niet alles vervliegt.
Aan uw bed, in deze laatste jaren, keert
de enige jongeman terug van wie u hebt gehouden.