Vergeetboek
Zojuist ruim ik mevrouw Stevelings doodsbericht
van de condoleancetafel
want het volgende wacht al om neergelegd te worden.
Haar envelop is leeg. Er was niemand
die haar een afscheidsgroet schreef
en er was niemand die een afscheidsgroet
in ontvangst had kunnen nemen, behalve
haar zaakwaarnemer.
Ik berg haar envelop bij de anderen
die vergeten zijn, de ongebondenen
opgestapeld in een map, en herinner
me een zin die zij als een mantra
herhaalde: Het was een stille herfstdag
toen God alles harteloos anders liet
verlopen. Haar stem, haar geur,
haar geschiedenis verdwijnen,
alleen haar woorden blijven
aanklagen, tot ook ik ze vergeet,
ook dit gedicht wegraakt.