Op een dag bezoek je een boekhandel in een tijdslot. Je zegt je naam bij de deur, die eerst op een kier opengaat. Je winkelt met een mandje, wat je anders nooit zou doen. Hongerig hamster je stapels boeken. Eerst maar Maxim Osipov, in hem had ik al heel lang zin. Roelof Smit volgt en Kerry Andrew. Zondagochtend – voor het eerst in mijn leven heb ik vier etages en vele gangpaden vol boeken nagenoeg voor mezelf alleen. Dan zie ik De getalenteerde meneer Ripley van Patricia Highsmith. Highsmith, honderd jaar geleden geboren, vandaar de heruitgave. Ze zei: Ripley dicteerde, ik hoefde alleen maar te tikken. Een zin die me bijbleef. De triomf van een schrijver, om zó een boek te kunnen schrijven.
Lees verder op Literair Nederland.
