Hebben we alles? ~ over De jaren van Annie Ernaux

Vlak voor ik een melding op mijn telefoon kreeg dat de honderdvijfentwintig rijkste mensen ter wereld goed zijn voor evenveel CO2-uitstoot als Frankrijk – waar volgens Wikipedia ruim tweeënzestig miljoen mensen wonen – las ik de laatste bladzijden van De Jaren van Annie Ernaux. Kinderen en kleinkinderen zijn op bezoek bij Ernaux die in haar boek van kind naar grootmoeder doorgroeit. Na een gezellige avond wordt afscheid genomen en voor de stilte in huis binnenvalt, worden bedankjes en kusjes gegeven en gaat de vraag rond: “Hebben we alles?”

Een gewone vraag, maar wel een moderne. Onder een stoel vindt Ernaux een poppenjurkje. Vergeten. Of ze het zo heeft bedoeld weet ik niet, maar voor mij symboliseert het vergeten poppenjurkje overvloed en onachtzaamheid. Er is zoveel bezit, we weten niet meer wat we wel of niet hebben. Kleren hangen ongedragen in de kast. Ik kocht deze herfst toch ook weer een broek waarvan ik mezelf achteraf afvroeg of ik hem nodig had. En dan heb ik het niet eens over al die boeken. Een fijn bezit, maar voor de aankoop van een boek hoef ik niet meer te sparen.  Droom van de rode kamer, een mijlpaal uit de Chinese literatuur, pas vertaald, dat tegen de honderd euro kost schrikt af, alleen vanwege de dikte, niet vanwege de prijs. Surrounding ourselves with unread books enriches our lives as they remind us of all we don’t know, schrijft Nassim Nicholas Taleb en ik ga overstag.

Hebben we alles? Ja, behalve tijd.

Lees hier verder op Literair Nederland.

Advertentie
Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized en getagged met , , , , . Maak dit favoriet permalink.