Vacature: Vergilius (m/v/x) – over Dante, Weimar en de weg kwijt zijn

Vroeger was ik historicus en vond ik de zin van mijn leven in het verleden. Zelfs de meest zonnige dagen bracht ik binnenskamers door, zittend aan een tafel, omringd door folianten en mappen. Op fiches noteerde ik wat ik interessant vond, over achttiende-eeuwse leesgezelschappen, landloperij in Kennemerland of Belgische vluchtelingen tijden de Eerste Wereldoorlog. Altijd onder de verwonderde en spiedende blikken van archivarissen: wat doet zo’n jongen hier, moet die niet in een park zitten met vrienden in plaats van in een leeszaal tussen oudere heren op zoek naar hun voorouders? Er was een archivaris die telkens zijn jongere collega ‘mijn koelie’ noemde, afwisselend liefkozend en streng, dan weer spottend en afwerend. Ik hoorde het aan alsof het theater was, zweeg. Ondenkbaar, nu.
Ondertussen haalde ik mijn doctoraal, mijn lesbevoegdheid, gaf les, werkte mee aan een lesmethode voor de tweede fase in het onderwijs, en vond mezelf politiek geëngageerd. Ik dacht mijn leven aan geschiedenis te wijden en was kritiekloos blij met de Paarse kabinetten. Ook ondenkbaar, nu.

Met de eenentwintigste eeuw brak voor mij een nagenoeg apolitieke periode aan. Bijna verbaasd kijk ik terug op de laatste twintig jaar die me veel minder scherp voor ogen staan dan de twintig jaar daarvoor. Wat deed ik al die tijd?
‘En halverwege mijn levensreis, bevond ik mij in een donker bos en de rechte weg was geheel verloren.’

Lees de volledige column op Tzum.

Dit bericht werd geplaatst in Tzum en getagd met , , , , , . Maak de permalink favoriet.