Dental stick ~ over twee mannen en een hond

Soms denk ik dat hij opgerold op de hoek van de bank ligt. Bobbie. De zwartwit gevlekte Stabij die vijf weken bij ons heeft gewoond in ons Amsterdams appartement.  In januari is hij  verhuisd naar Friesland. Vrijstaand huis, grote tuin tot aan een kanaal. Het laatste bericht dat ik over hem kreeg, was dat hij elke dag op konijnen jaagde. Het klonk als een eind goed al goed voor viervoeters.
Bobbie kwam in december bij ons. Een hond met overgewicht en zwarte tanden. Er lag een kleedje op de bank voor hem. We kochten Dental sticks voor zijn tanden. De eerste nacht was hij rustig. Toen we hem ’s ochtends in ons onderbroek goedemorgen wensten, beantwoordde hij ons vrolijk onthaal met een voorzichtige kwispel van zijn staart. Hij had een moeilijke tijd gehad, vertelde het gastgezin. Zijn baasje was aan corona overleden. Een nieuw baasje bleek allergisch voor honden, iemand anders bleek toch minder thuis te mogen werken van zijn baas dan gedacht. Zo waren ze bij ons uitgekomen. De vrouw des huizes bekende dat ze bang was om hem uit te laten. Haar man keek haar aan alsof ze een klokkenluider was. En wij, wij hoorden haar waarschuwing wel, tevreden etend van het gebak dat ons werd geserveerd, maar lieten haar boodschap niet echt binnenkomen. Dat overkomt klokkenluiders wel vaker.

Lees verder op Literair Nederland.

Dit bericht werd geplaatst in Literair Nederland en getagged met , , , , . Maak dit favoriet permalink.