Expat ~ een column over Pessoa, Mozart en eten bij een Japanse buurman

Er waren avonden dat R. en ik, vlak voor we gingen slapen, in de hal bij de voordeur stonden en met ons hoofd wat scheef luisterden naar pianomuziek uit het appartement van de Japanse expat. De expat woonde hier sinds kort. Eén keer had ik hem bij de afvalcontainers gezien en begroet. Een jongeman met een sjaaltje.
We kwamen er niet uit, hoe lang we ook bleven luisteren. R. dacht aan een CD of een playlist op Spotify. Ik raadde Chopin, live gespeeld op de piano. Niet omdat ik dat kon horen, maar omdat ik dat zo’n fijne gedachte vond: de buurman speelt romantisch Chopin en wij kruipen onder ons dekbed.

Op een ochtend zag ik hem beneden bij de berging. In plaats van een obligaat goodmorning – je praat als vanzelf Engels – zei ik dat ik zo genoot van zijn muziek ’s avonds laat. Wat volgde was Lost in translation, een botsing van sorry’s en no no-sorry’s. Hij interpreteerde mijn opmerking – afgaand op zijn gezichtsuitdrukking – als een beleefde vorm van kritiek, dat hij overlast bezorgde en mij uit mijn slaap hield. Het was het laatste wat hij wilde. Het laatste wat ik wilde was dat hij stopte met ’s avonds pianospelen. Zo transformeerden zijn excuses in dankjewels en mijn vriendelijke woorden in overdreven loftuitingen.

Een paar weken later, bij de lift, vroeg hij of ik een keer bij hem wilde komen eten. Lees hier verder.

Dit bericht werd geplaatst in Literair Nederland en getagged met , , . Maak dit favoriet permalink.